
Buiten wonen heeft vele voordelen, die ik nauwelijks hoef te noemen. Maar als je zo dicht bij de natuur woont, komt de natuur ook heel dicht bij jou. Dat is heel schattig en ik voel me ook een beetje vereerd, ware het niet dat de regelmatige bezoeker van mijn tuin er een zooitje van maakt. Met zijn of haar spitse snuit zoekt en graaft het dier naar emelten en andere eetbare zaken in de grond. Die eettafel is dan mijn prachtige gazonnetje of mijn mooie bedje met tulpen. En daar baal ik van. Om het beest weg te houden heb ik in de nacht op een tijdklok een radio in de tuin aan staan. Bovendien een ingegraven mollenverjager. Meestal helpen die zaken wel wat, maar de afgelopen nacht maakte de das, want daar gaat het om, het wel erg bont. Niet alleen werd mijn gras deskundig omgeploegd, maar mijnheer of mevrouw vond het ook nodig een gezellig poepplekje aan te leggen in mijn net ingezaaide moestuin. Deze zogenaamde latrine was goed gevuld en geeft aan dat de das het in mijn tuin naar zijn zin heeft. Ik heb nu ook een hoogfrequente ultrasone lawaaimaker met bewegingssensor aangeschaft. Kijken of die wat wil helpen.En anders? Aanvaarden dat ik samenwoon met dassen, vossen, herten en emelten.
De foto van de dassen heb ik van internet gehaald, de andere foto's zijn van mezelf.













